Achtergrond en bronnen |
Zo is het begonnen in 2007. In 2010 is De dvd omgevormd tot een website. |
![]() |
Bijenpplanten voor beleving |
Van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV) kreeg ik in 2003 de opdracht om een nieuw en uitgebreid drachtplantenboek te schrijven. Dat werd het “Plantenvademecum voor tuin park en landschap” (2007). Ik heb toen een poging gedaan om planten meer te laten zijn dan een bijenplant. De vraag was welke betekenis kunnen planten hebben voor mensen? Aan de hand van een grote hoeveelheid, voornamelijk Engelstalige literatuur en mijn eigen ideeën daarover heb ik een lijst gemaakt van voel-, reuk-, smaak- en hoorplanten. Het was de eerste poging om drachtplantenen (nu ook bijenplanten) in een breder kader te plaatsen en op deze wijze ook een veel breder draagvlak te krijgen voor deze planten. Op de dvd die bij het boek werd geleverd zijn deze belevingsplanten substantieel opgenomen in de database. Tijdens het schrijven van het plantenvademecum werd ik me ook bewust, dat bijen door hun gezoem een extra dimensie aan planten kunnen geven. Niet alleen voor blinden en slechtzienden is dat interessant, maar ook voor iedereen die niet doof of slecht horend is. Dus alle planten die regelmatig of talrijk door honingbijen en hommels werden bezocht, werden opeens een belevingsplant. |
Een nieuwe stimulans om de lijst van belevingsplanten te herzien, zijn ontwikkelingen als: eten uit de natuur, voedselbossen en permacultuur. Eetbare planten zijn dan het sterkste uitgangspunt. |
Bronnen |
De basis van de lijst eetbare planten en de informatie daar om heen is in de eerste plaats het grote aantal bezoeken aan oude en nieuwe kruidentuinen. De belangrijkste bezochte tuinen in Nederland zijn: |
- Artsenijhof: de medicinale kruidentuin in het Beatrixpark |
Lijst eetbare planten |
De lijst eetbare planten is gecontroleerd aan de hand van de tabel: 'Plants For A Future' |
Literatuur |
Blöte-Obbes, M.C., 1946. De geurende kruidhof. De Haan, Utrecht. p. 288. |
Cleene, M. De, 2000. Giftige plantengids. Tirion. 273 p |
Cleene, M.De & M.C. Lejeune, 1999. Compendium van Rituele planten in Europa. Uitgeverij Stichting Mens en Kultuur, Gent. 1341 p. |
Genderen, H. van, L.M. Schoonhoven, & A. Fuchs, 1997. Chemisch-ecologische flora van Nederland en België. KNNV Uitgeverij. 299 p. |
Hensels, L.G.M., 2000. Bestuiving land- en tuinbouwgewassen door honingbijen.Elevier 96 p. |
Heirman, J. & H. Koningen, 2016. Warmoezerij. Wilde planten: gezocht, gekweekt, gegeten en weer vergeten. Oase. 80 p |
Hoffman, M., zj. Inheemse en uitheemse plantensoorten in stad en landschap. Plant Publicity Holland (PPH). |
Joseph, J., 2002. Led by the nose: a garden of smels.Souvenir Press. 198 p. |
Kalkman, c. 2003. Planten voor dagelijks gebruik: botanische achtergronden en toepassingen. KNNV Uitgeverij. 352 p. |
Koster, A. 2007. Plantenvademecum voor tuin, park en landschap. Fontaine Uitgevers. 416 P |
Kruidentuincommissie Nederlands Openluchtmuseum, 2005. Geneeskrachtige planten in de kruidentuin van het Nederlands Openluchtmuseum. Nederlands Openluchtmuseum, Arnhem. pp.191. (bevat een uitvoerig literatuur overzicht) |
Oostwoud, M., 2015. Een kleine eetbare tuin. KNNV Uitgeverij. 184 p. |
Oostwoud, M., 2015. Eetbare tuinplanten-lijst. KNNV Uitgeverrij. 40 p. |
Schuman, H., (z.J.). Tastbaar groen: tuinieren met mensen met een visuele handicap en voor alle andere mensen die soms ziende blind zijn. Terra.144 pp. |
Sykora, K.V. & R. Leopold, 1984. Verspreiding van wilde planten door de mens, verrijking of vervalsing. Natuur en techniek 52: 210-299. |
|